Allerlei

Groep 6

3 juli 2017

Mijn man is een triatleet.  Dat maakt van mij een triatlon-WAG. (Wives And Girlfriends…)

Wat begon als een hobby op zijn 17de is intussen een beetje uit de hand gelopen.

Ook zijn job staat volledig in teken van de mooie sport.  Het trainen, de voeding, het materiaal, het sluipt er beetje bij beetje in.  In de nineties werd er nog vaak gestreden op een stalen ros, uitgedost in een speedo en cropped top.  Het had ook zijn charmes…

Tegenwoordig liggen er trapfrequentiemeters, wetsuits, carbon kaders en volle wielen onder de kerstboom.

’s Morgens wordt de hartslag gecheckt om de conditie te bepalen.  Het ontbijt wordt steevast vergezeld door een glaasje rode bietensap  en een sprankelende cocktail van magnesiumsupplementen.

Het slaapprut is tegen dan al lang uit de ogen gezwommen.  Je moet er als triatleet heel wat voor over hebben.  Als WAG ook trouwens…

Op “raceday”  trekken onze gladiatoren meestal op een ongelofelijk ochtendlijk tijdstip ten strijde, het carbo-ontbijt zo’n 4 u eerder genuttigd.  Niet gemakkelijk te verorberen, die nachtelijke pasta of patatjes met zout… Respect.

Op de dag van de wedstrijd moeten wij ook over een soort van atletisch vermogen beschikken.

Er wordt getimed, gelopen van het ene punt naar het andere, bevoorrading aangegeven en tussendoor gefilmd en gefotografeerd !  Het is telkens nerveus afwachten of je hubby ongeschonden het fietsparcours heeft afgerond.  Een ware uitputtingsslag voor alle partijen dus.

Dit maar om te onderstrepen dat wij, WAG’s, als support-team toch een essentieel deel uitmaken van de triatlonfamilie.

Er wordt vaak getraind in een 4-tal verschillende groepen volgens doel, prestatiedrang of vorm van de dag.  Als sympathisant aan de zijlijn heb ik mezelf in groep 6 gedropt.

Groep 6 traint in de cafetaria van het zwembad, zeult op wedstrijden met een rugzak vol eten en drank, zonnecrème en een plannetje met de hotspots langs het parcours.  Ik zit op mijn niveau in groep 6.

Een echte atleet zal ik nooit worden.  Ik laat de eer met veel plezier over aan de andere groepen.

Ik ga graag mee.  De verhoogde hartslag tijdens de wedstrijd kondigt eens niet het gebrek aan conditie aan, maar het uitkijken naar het weerzien na de finish.  Het besef dat het na al die jaren samen nog steeds kriebelt vanbinnen en dat je hartje sneller klopt voor “jouw” atleet… pure happiness!

Na de wedstrijd wordt er samen geklonken op de goede afloop.  Ik zou mijn plaats in groep 6 onwaardig zijn als ik nu niet zou afsluiten met een apero-tip.

Onlangs ontdekte ik een “nieuw” aperitiefje dat blijkbaar al in 1872 zijn oorsprong vond.

Voor mij is het een trendy opvolger voor de al platgeschreven gin-tonic, al kan ik deze laatste zeker ook appreciëren.

“Lillet” is een blend van Bordeaux-wijnen en sinaasappellikeur.  De gouden kleur komt zeker tot zijn recht op een zwoele zomeravond.  Alhoewel hij zich puur laat drinken ook, hou ik meer van de cocktail-variant.  Die is heel verfrissend en zeker niet te zoet.  Laat 5 cl (1 ginmaatje) Lillet en 10 cl tonic elkaar ontmoeten in een mooi glas met ijsblokjes en enkele diepgevroren frambozen.

Sit back and relax… nadat je je atleet van compressiekousen en recuperatie-cécémel hebt voorzien natuurlijk.

Je hebt het verdiend 😉

Love, Cotton Candy

 

Only registered users can comment.

  1. Ik moet steeds hetzelfde zeggen : zo mooi geschreven. Ik kan het mij levendig voorstellen en snak naar het laatste.
    Wat kan graag zien toch mooi zijn ! ?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *